bedragen x € 1.000 | |||||
Begroting voor | Begroting na | Rekening | % | Verschil | |
Baten | 61.605 | 63.576 | 62.712 | 99% | -864 |
Lasten | 232.415 | 237.435 | 234.687 | 99% | 2.748 |
Saldo baten en lasten | -170.810 | -173.859 | -171.975 | 99% | 1.884 |
Onttrekkingen aan reserves (baten) | 626 | 382 | 61% | -244 | |
Toevoegingen aan reserves (lasten) | 1.000 | 1.101 | 110% | -101 | |
Saldo verrekening met reserves | -374 | -719 | 192% | -345 | |
Totaal resultaat | -170.810 | -174.233 | -172.694 | 99% | 1.538 |
bedragen x € 1.000 | |||||
Programmalijn Ontplooiing | Begroting voor | Begroting na | Rekening | % | Verschil |
Baten | 5.480 | 5.737 | 5.384 | 94% | -353 |
Lasten | 17.200 | 16.021 | 15.479 | 97% | 543 |
Saldo Ontplooiing | -11.720 | -10.284 | -10.095 | 98% | 189 |
Huisvesting primair onderwijs, -/- € 142.000 nadelig
De overschrijding binnen huisvesting onderwijs is voornamelijk ontstaan binnen het budget calamiteiten. Calamiteiten zijn natuurlijk moeilijk te voorspellen, echter wij weten met een bepaalde mate van zekerheid dat er zeker onverwachte schades aan schoolgebouwen zullen zijn. De overschrijding betreft een noodzakelijk uitgave om de verwarming bij schoolgebouw Velddijk te herstellen. De uitgaven voor vandalismeschades zijn hoger uitgevallen dan begroot. Wij zien een toename van vandalisme schade binnen geheel Venlo. Er was ook een nadeel op de te betalen OZB belasting . Daarnaast heeft de sloop van noodlokalen, die oorspronkelijk gepland was voor 2018 een nadeel veroorzaakt in 2019. Bij de FinRap is een hoger nadeel gemeld op basis van de op dat moment aanwezige inzichten. Ten opzichte van de FinRap zijn de kosten gunstiger uitgevallen.
Peuteropvang/Onderwijsachterstandsbeleid (OAB), € 242.000 voordelig
Er zijn minder uitgaven dan begroot doordat de extra beschikbare OAB middelen wel zijn ingezet voor een nieuwe wijze van subsidiëring van de voorschoolse voorzieningen (kindgebonden) en vanwege het ontbreken van een nieuw beleid OAB PO alleen maar ingezet voor schakelklassen. De resterende extra (geoormerkte) middelen (specifieke uitkering) mogen worden meegenomen naar de komende jaren tot het einde van de huidige OAB periode op 31-12-2022. Momenteel wordt nieuw beleid OAB Primair onderwijs ontwikkeld in samenwerking met de scholen, zodat de beschikbare middelen wel worden ingezet voor het bereiken van kansengelijkheid en de aanpak onderwijsachterstanden.
In 2019 is € 473.000 minder uitgaven dan begroot doordat de OAB middelen wel zijn ingezet voor een nieuwe wijze van subsidiëring van de voorschoolse voorzieningen (kindgebonden) en vanwege het ontbreken van een nieuw beleid OAB PO alleen maar voor de inzet van schakelklassen. De resterende geoormerkte middelen (specifieke uitkering) mogen worden meegenomen naar de komende jaren tot einde huidige OAB periode op 31-12-2022. Momenteel wordt nieuw beleid OAB PO ontwikkeld in samenwerking met de scholen.
Daarnaast is een bedrag van € 230.000 aan niet geoormerkte middelen niet ingezet als onderdeel van de bijsturingsmaatregelen 2019.
Taalontwikkeling, € 136.000 voordelig
De stadsbibliotheek heeft in oktober 2019 een gewijzigde begroting ingediend die veel lager uitviel dan de eerder ingediende versies. Vanwege de nog niet toegekende subsidie (pas in oktober besluitvorming) was de bibliotheek niet in staat om alle plannen voor 2019 te realiseren. De beschikbare financiële middelen zijn ook ingezet als bijsturingsmaatregel 2019. Hiernaast is er een project Duitse taal op scholen door de scholen.
bedragen x € 1.000 | |||||
Programmalijn Zelfredzaamheid | Begroting voor | Begroting na | Rekening | % | Verschil |
Baten | 4.672 | 9.669 | 9.229 | 95% | -441 |
Lasten | 113.329 | 119.840 | 117.051 | 98% | 2.788 |
Saldo Zelfredzaamheid | -108.657 | -110.170 | -107.823 | 98% | 2.348 |
Wijkteams algemeen, -/- € 607.000
Deze bestaan uit diverse jeugd- en WMO producten. In hoofdlijn zien we een positief resultaat op de jeugdproducten en een negatief resultaat op de WMO producten, waarbij vooral huishoudelijke hulp een forse overschrijding kent. In detail:
WMO , Huishoudelijke hulp (-863.000)
Bij de Finrap 2019 is een prognose voor 2019 afgegeven van € 8.100.000. Deze prognose was gebaseerd op gegevens tot en met september 2019 (d.w.z. onder andere de betalingen van gerealiseerde uren t/m periode 8 van het 13-periodenjaar, medio augustus 2019). Daarbij is aangegeven dat het aantal cliënten huishoudelijke hulp steeg, maar dat het aantal gerealiseerde uren daarmee geen gelijke tred hield. Het aantal gerealiseerde uren steeg echter wel. Voor zo ver daar op dat moment zicht op was, was de belangrijkste reden dat er minder uren per cliënt werden geïndiceerd door de sociale wijkteams. Achteraf is gebleken, dat naast het lagere aantal geïndiceerde uren per cliënt met name in de zomer van 2019 de realisaties in verhouding tot de indicaties, d.w.z. de realisatiegraad ook terug liep. Pas vanaf periode 9, de tweede helft van augustus is de realisatiegraad geleidelijk weer is gestegen richting het oude niveau. Daardoor is een inhaaleffect ontstaan. De gerealiseerde uren komen pas in beeld bij betaling, dus in de periode ná realisatie of nog een periode later. Daardoor is deze ontwikkeling pas vanaf eind 2019-begin 2020 geleidelijk zichtbaar geworden. Door de combinatie van de stijging van het aantal cliënten gedurende het hele jaar, het lagere aantal geïndiceerde uren per cliënt en de terugval in de realisatiegraad in de periode mei tot medio augustus is een vertekend beeld ontstaan en is in de Finrap een lagere prognose afgegeven dan de uitgaven die achteraf feitelijk gerealiseerd blijken te zijn.
PGB / WMO (+189000)
Bij afrekening blijkt de realisatie lager dan de prognoses.
Eigen bijdrage (-380.000)
Hier staat nog resultaatbestemming tegenover als gevolg van onzekerheid cijfers CAK.
Begeleiding groep en begeleiding individueel (-356.000)
Bij de Finrap waren deze kosten hoger ingeschat. Met name door de goede ontwikkeling van Bescherm Wonen, naar Beschermd thuis naar begeleiding groep/individueel. Bij de afrekening zit hier een licht voordeel.
Jeugd (+882.000)
Per saldo zien we een positief resultaat van € 882.000 t.o.v. de begroting. Dit heeft een aantal oorzaken. Waar we in het najaar 2019 op basis van onze informatie en verdere instroom verwachtten, zien we dat dit juist is gestabiliseerd. Dit heeft een positief financieel resultaat ten opzicht van de FinRAP tot gevolg. Dit beeld zien we ook terug bij de landelijke jeugdzorg. Daar gaat het echter om relatief grote kosten per jeugdige. Een kleine afwijking in de instroom heeft financieel gezien een stevig effect. Ook jeugdbescherming en jeugdreclassering is door de kinderrechter minder vaak ingezet. Dit leidt ook bij deze voorzieningen tot een positief financieel resultaat.
Maatschappelijk opvang (+278.000) (regio en lokaal)
Bij afrekening blijkt de realisatie lager dan de prognoses.
Beschermd wonen (1.762.000)
Algemeen (€ 505.000):
ZIN
Bij de Finrap is ingeschat dat inkomsten uit de jaarafrekening met aanbieders aanvankelijk nihil zouden zijn. Nu blijkt er een lichte positieve financiele afwijking. Het aantal indicaties alsook de werkelijke bezetting bij aanbieders blijkt iets lager dan voorzien.
PGB
Het voordeel in de PGB is bij de eindafrekening € 270.000 hoger dan gemeld in de Finrap. Het totale voordeel bedraagt hierdoor € 530.000. De prognose is in september gedaan op basis van aannames van het aantal verlengingen, verzilveringspercentage en verhouding BT/ BW. Een verklaring is dat steeds meer mensen een BT indicatie krijgen ten opzichte van BW.
Kansendossiers (1.200.000)
In het kader van de kansendossiers (innovatie) zijn 3 projecten opgestart (waakvlam, buurtcirkels en een acuut meldpunt voor GGZ zorgvragen). Het budget is niet volledig besteed en leidt tot een voordeel van € 324.000. Omdat de kansendossiers in 2020 doorlopen wordt hiervoor een resultaatbestemming voorgesteld.
Eigen bijdragen (€ -60.000)
In 2019 heeft het CAK aangegeven met systeemtechnische problemen te kampen met betrekking tot de weergave van gegevens in de Wmo monitor van het CAK. Bij de jaarrekening 2019 is uitgegaan van cijfers die op dat moment door het CAK verstrekt zijn. Omdat door het CAK een nader gevraagde specificatie niet binnen afzienbare tijd beschikbaar kon worden gesteld, bestaat enig voorbehoud over deze cijfers. De verwachting is dat deze cijfers bijgesteld dienen te worden ten gunste van boekjaar 2020. Om deze reden is een verzoek tot resultaatbestemming ingediend ter hoogte van € 220.930.
bedragen x € 1.000 | |||||
Programmalijn Meedoen | Begroting voor | Begroting na | Rekening | % | Verschil |
Baten | 48.302 | 45.991 | 45.603 | 99% | -388 |
Lasten | 88.887 | 89.302 | 89.511 | 100% | -208 |
Saldo Meedoen | -40.585 | -43.311 | -43.908 | 101% | -597 |
Inkomensondersteuning, -/- € 1.940.000 nadelig
In de begroting 2019 was een forse ambitie neergelegd van € 2.800.000. Dit betekende dat er een grote daling (ongeveer 4,5%) van het aantal uitkeringsgerechtigden nodig was. Er is ingezet op het rechtmatig verstrekken van uitkeringen, handhaving en intensieve begeleiding richting werk. Hier is beleidsmatig op ingezet door een aantal projecten op te starten, die ervoor zouden zorgen dat enerzijds een extra bestandsdaling gerealiseerd zou worden, en anderzijds bijstandsgerechtigden worden voorbereid op de arbeidsmarkt. We zien namelijk dat 2/3 van de bijstandsgerechtigden al drie jaar of langer een bijstandsuitkering ontvangt. De werkzoekenden hebben dus een steeds grotere afstand tot de arbeidsmarkt met vaak meervoudige problematieken, waardoor langdurigere begeleiding nodig is om iemand aan het werk te helpen. Het is nagenoeg niet meer mogelijk om bijstandsgerechtigden één op één te matchen op een functie. De opgave wordt daardoor nog groter. Daarnaast is op 30 september 2019 het definitieve budget voor de uitkeringen bekend gemaakt. Dit was € 1.098.000 lager dan begroot, waardoor de opgave nog veel groter werd. Verder zien we een toename van het volume voor de IOAW. De IOAW is een regeling voor oudere werkloze werkzoekenden. De toename wordt onder andere veroorzaakt door het verhogen van de AOW-gerechtigde leeftijd.
In 2019 is het bestand met 4,3% gedaald. De oorspronkelijke ambitie is hiermee nagenoeg gehaald qua aantallen (verschil is ongeveer 10). In het tweee halfjaar van 2019 zijn er diverse projecten opgestart om doorstroom en uitstroom te realiseren. Met name het project van parttime naar fulltime werk heeft resultaten opgeleverd die een directe bijdrage hebben geleverd aan de bestandsdaling, waardoor deze bijstandsgerechtigden i.p.v. een aanvulling op hun salaris te krijgen volledig onafhankelijk zijn geworden van de gemeente. En dat is wat ook werd beoogd. Aangezien er minder bijstandsgerechtigden zijn die een lagere uitkering krijgen vanwege de parttime inkomsten, zijn de gemiddelde kosten voor een uitkering in 2019 € 300 hoger uitgekomen dan verwacht. Hierdoor is een verschil van ruim € 850.000 is ontstaan met de prognose in de Finrap. Tenslotte werd bij de FinRap € 150.000 minder aan debiteureninkomsten verwacht dan begroot. De inkomsten zijn uiteindelijk € 128.000 lager geworden dan begroot.
Leningen BBZ, € 115.000 voordelig
Het aantal BBZ aanvragen is gedaald waardoor er op dit budget € 200.000
minder is uitgegeven dan begroot. Dit wordt waarschijnlijk verklaard door het verbeterd economisch klimaat. Daarnaast dient er conform de declaratieregeling
€ 85.000 terugbetaald te worden aan het Rijk.
ESF verantwoording, saldo € 0
Vanwege de financiële uitdagingen van de gemeente Venlo heeft het college in februari 2019 een besluit genomen over het project (conform advies). Het project zou eigenlijk al in 2018 starten. Door het late besluit is de uitvoering van het project vertraagd (denk aan opnieuw bespreken in de regio, draagvlak, informeren etc). Vanaf toen zijn de voorbereidingen gestart en is er personeel geworven voor de uitvoering van het project (arbeidsdeskundige en jobcoach). Deze personen zijn later in het jaar gestart waardoor de uitgaven lager liggen dan verwacht. Er zijn dus verplichtingen aangegaan voor 2020 en verder en het project wordt nu uitgevoerd met goede resultaten. Tegenover het half miljoen minder baten staat derhalve ook het zelfde bedrag aan lagere lasten.
Wet Sociale Werkvoorziening, -/- € 209.000 nadelig
Conform meicirculaire 2019 heeft er een compensatie plaatsgevonden van de loon- en prijsontwikkeling 2019 die voortvloeit uit wettelijke verplichtingen en die wordt gecompenseerd in het gemeentefonds. De compensatie die is toegekend op basis van de inschatting die is gemaakt ten tijde van de VoRap is echter niet toereikend hetgeen leidt tot een nadelig effect van € 109.000.
Dit effect is in de septembercirculaire deels gecompenseerd (€ 84.000), maar ook verschuldigd aan de WAA.
Daarnaast is er sprake van een minder snelle daling van het aantal WSW-uitkeringsgerechtigden dan was begroot, hetgeen leidt tot een negatief effect van ruim € 100.000.
Tenslotte zijn voor een bedrag van circa € 40.000 ten laste van dit budget gebracht de kosten van de extra teamleider voor de doelgroep met lage loonwaarde bij de voormalige kwekerij Roobeek.
Een voordelige impact er hoogte van € 60.000 houdt verband met hogere huuropbrengsten voor de op het Werkplein aan WAA verhuurde ruimten.
Armoedebeleid, € 716.000 voordelig
In 2019 zijn er minder aanvragen voor bijzondere bijstand ingediend dan verwacht. Ook de aangevraagde en uitgekeerde bedragen waren lager dan voorheen. Tevens is een deel van de subsidie voor de jeugdfondsen teruggevorderd en ontvangen omdat er minder gebruik is gemaakt van deze regelingen. Hierdoor is ongeveer € 700.000 minder uitgegeven dan begroot.
Werkbedrijf, € 39.000 voordelig
Een restant budget van € 113.000 wordt verklaard door lager uitvallende kosten. Dit heeft tot gevolg dat er € 84.000 minder baten zijn gegenereerd door een lagere onttrekking aan de reserve Regionaal Werkbedrijf.
Overige, € 692.000 voordelig
Een positief saldo op de personeelskosten en diverse kleine afwijkingen leiden binnen deze programmalijn tot een voordelig saldo van € 692.000.
bedragen x € 1.000 | |||||
Programmalijn Gezond en Vitaal | Begroting voor | Begroting na | Rekening | % | Verschil |
Baten | 3.151 | 2.805 | 2.879 | 103% | 74 |
Lasten | 12.999 | 13.271 | 13.747 | 104% | -476 |
Saldo Gezond en Vitaal | -9.848 | -10.466 | -10.869 | 104% | -402 |
Binnensportaccommodaties, -/- € 171.000 nadelig &
Buitensportaccommodaties, -/- € 113.000 nadelig
Dit tekort is voor de binnensport met name te wijten aan de vernieuwde contracten met de energieleverancier. Dit is pas na de FinRap geconstateerd. Hierdoor vallen de energiekosten ca. €200.000 hoger uit. Dit heeft ook een doorwerkeffect vanaf 2020. Daarnaast zijn de eigenaarslasten ter hoogte van
€ 170.000 op een ander product begroot, dit wordt in de VoRap 2020 hersteld.
Tegenover deze hogere lasten staan enkele voordelen waaronder lagere materiaalkosten voor het zwembad.
Overige, -/- € 107.000 nadelig
Diverse kleine afwijkingen leiden binnen deze programmalijn tot een nadelig saldo van € 107.000.
bedragen x € 1.000 | |||||||||||
Naam reserve | Begroting 2019 na wijz. | Rekening 2019 | Verschil | ||||||||
Onttrekking | Toevoeging | Resultaat | Onttrekking | Toevoeging | Resultaat | Onttrekking | Toevoeging | Resultaat | |||
Res. Arbeidsmarktbel.regio | 152 | 152 | 25 | 77 | -52 | -127 | -77 | -204 | |||
Res.Regio.actiep.Persp.op Werk | 50 | 1.000 | -950 | 17 | 1.000 | -983 | -33 | -33 | |||
Res.Regionaal werkbedrijf | 277 | 277 | 194 | 25 | 169 | -84 | -25 | -109 | |||
Reserve Nieuwe Venlonaren | 147 | 147 | 147 | 147 | |||||||
1. Gezond en actief Venlo | 626 | 1.000 | -374 | 382 | 1.101 | -719 | -244 | -101 | -345 |
De reserves bestaan, met uitzondering van de Reserve Nieuwe Venlonaren, uit middelen voor de arbeidsmarktregio Noord-Limburg. Binnen de arbeidsmarktregio lopen diverse geldstromen (onder andere ESF-subsidies en provinciale subsidies) voor meerjarige projecten. Via de reserves blijven de middelen in meerdere jaarschijven beschikbaar voor deze regionale projecten.