Vanaf het begrotingsjaar 2017 zijn gemeenten verplicht de effecten van beleid toe te lichten door een vaste set beleidsindicatoren op de nemen in de begroting en de jaarrekening. De meeste van deze indicatoren zijn te vinden op www.waarstaatjegemeente.nl, onder het dashboard “Besluit Begroting en Verantwoording”. Dat geldt niet voor de beleidsindicatoren op het gebied van bedrijfsvoering. Hiervoor is geen landelijke bron beschikbaar. Deze indicatoren zijn gebaseerd op eigen gemeentelijke informatie.
In deze paragraaf worden deze beleidsindicatoren gepresenteerd en nader toegelicht.
Beleidsindicatoren bedrijfsvoering | 2018 | 2019 | 2019 |
---|---|---|---|
Rekening | Begroting | Rekening | |
1. Formatie: aantal fte per 1.000 inwoners | 9,49 | 9,30 | 9,34 |
2. Bezetting: aantal fte per 1.000 inwoners | 8,66 | 9,30 | 8,53 |
3. Kosten externe inhuur als % van totale loonsom | 11% | 0% | 10% |
4. Overhead; % van totale lasten | 9% | 9% | 9% |
5. Apparaatskosten per inwoner | € 771,71 | € 766,86 | € 799,72 |
1+2 Formatie en bezetting
De gepresenteerde fte's zijn exclusief formatie en bezetting van B&W, Raad en Raadsgriffie. In de formatie wordt geen expliciet onderscheid gemaakt tussen fte formatie werken voor derden ( bijvoorbeeld Werkplein Venlo-Venray) en fte formatie van Venlo zelf.
3. Externe inhuur
De gemeenteraad heeft vastgesteld dat de kosten van de totale reguliere inhuur op organisatieniveau niet meer mogen bedragen dan 8% van de personele lasten. De personele lasten worden hierbij gelijk gesteld aan het totaal van de laatst vastgestelde PersoneelsKostenBegroting (begrotingsbehandeling 4 november 2016, amendement Specifieke & reguliere inhuur 2017-2020). Een verklaring met betrekking tot de inhuur voor 2018 is opgenomen in de toelichting op de Personeelsbegroting.
4. Overhead
Onder de overheadkosten vallen alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Met het primair proces worden de activiteiten bedoeld die rechtstreeks een bijdrage leveren aan de totstandkoming van de producten en diensten voor onze burgers en bedrijven. Het gerealiseerde overheadpercentage in 2019 ligt in lijn met hetgeen in de begroting en de jaarrekening werd verwacht.
5. Apparaatskosten
De apparaatskosten bestaan uit de loonkosten voor het ambtelijk apparaat, de inhuur en de totale kosten voor overhead (zoals huisvesting en ICT). Kosten voor diensten die zijn uitbesteed, zoals de belastingsamenwerking BSGW vallen niet onder de apparaatskosten. Gemeenten die veel diensten uitbesteden hebben dan ook naar verwachting relatief lage apparaatskosten ten opzichte van gemeenten met weinig uitbestede taken. De stijging van de apparaatskosten ten opzichte van 2018 wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere huisvestingslasten, hogere kosten voor informatiemanagement en de indexering van salariskosten.